Trotsopislam.jouwweb.nl

het verhaal van de profeet saalih


Afdrukken
Bibliotheek De verhalen van de profeten

Zijn uitnodiging 

De Thamoed was een stam van de Moesta'riba Arabieren, die leefde in het gebied tussen Hijaz en Taboek. Zij leefden na het vol van 'Ad en waren net als zij afgodaanbidders. Vervolgens stuurde Allah hen een man van hun eigen volk dat wil zeggen Salih. Hij nodigde hen uit alleen Allah te aanbidden en afgoderij op te geven.

Sommige van hen namen de uitnodiging aan, maar de meeste waren ongelovig en beledigden hem met woorden en daden, nog erger, zij probeerden hem te doden. Daarna doodden zij de kamelin, hetgeen een wonder was van Allah om een reden tegen hen te hebben. Daarom ondergingen zij een dergelijke straf van Degene Die Verheven is in macht en in staat is Zijn wil uit te voeren. 


De ontkenning van zijn volk 

Allah Ta'ala zei in de edele Qur'aan: 
"En tot het (volk van) Thamoed (stuurden Wij) hun broeder Salih. Hij zei: 'O, mijn volk! Aanbid Allah, jullie hebben geen andere god dan Hem. Voorwaar, er is tot jullie een duidelijk teken van jullie Heer gekomen. Deze kamelin van Allah is een teken voor jullie; laat haar dus grazen op Allahs aarde en kwets haar niet, anders zal een pijnlijke bestraffing jullie grijpen. En gedenk dat Hij jullie tot de opvolgers van de 'Ad heeft gemaakt en je bewoners in het land heeft gegeven en jullie bouwden voor jezelf paleizen op de vlakten en groeven huizen uit de bergen. OVerdenk dus de gunsten van Allah en sticht geen onheil op aarde' " [Qs Al Asr'af 7:73-74] 

Dit betekend, dat Allah hen tot opvolgers maakte van het volk van 'Ad, opdat ze wellicht een voorbeeld zouden nemen aan hetgeen gebeurd was met hen en daardoor niet zouden handelen als zij hadden gedaan. Allah gaf hen woonplaatsen in het land om er de paleizen neer te zetten die ze maar wilden. In een ander vers wordt door Allah Ta'ala gezegd: 
"En jullie hakken met grote vaardigheid huizen uit bergen." [Qs As Sjoe'ara 28:149] 

Salih ging door: 
"...vraag dan vergeving van Hem en keer je tot Hem in berouw, dat wil zeggen geef op waarmee je bezig bent en geef je over aan aanbidding van Allah, mijn Heer is nabij en verhoren"[Qs Hoed 11:61] d.w.z. als je je onderwerpt, zal Allah je berouw aanvaarden en je vorige zonden uitwissen. Hun antwoord was echter: "O Salih! Je was tot nu toe voor ons iemand van goede hoop!!"D.w.z. wij dachten dat je een man met gezond verstand was, voordat je beweerde slechts één god te aanbidden en de afgoden te verloochenen die door onze vaders en voorvaderen aanbeden werden. Zij zeiden: "Verbied je nu ons de aanbidding die onze voorvaderen ook aangebeden hebben?! Wij verkeren echt in grote twijfel over datgene waartoe je ons hebt uitgenodigd." [Qs Hoed 11:62] 

Allah zei via de tong van de Profeet Salih: 
"Hij zei: 'O mijn volk! Vertel mij, als ik een duidelijk bewijs van mijn Heer heb en er tot mij een genade van Hem omt, wie kan mij dan tegen Allah helpen als ik ongehoorzaam ben? Dan laten jullie alleen maar mijn verlies toenemen' " [Qs Hoed 11:63] 

De Profeet Salih spreekt tot zijn volk in het vers hierboven zeggende: "Veronderstel, dat datgene waartoe ik jullie uitnodig de waarheid is, hoe kun je het bestrijden uit het oogpunt van Allah? Hoe kun je vrede vinden, als je mij vraagt om mijn oproep alleen Hem te aanbidden op te geven? Zou ik gehoor geven aan jullie verzoek, dan zou niemand van jullie en niemand van een ander volk veilig zijn voor de bestraffing van Allah." 


De beproeving van de kamelin 

De geleerden constateerden dat terwijl het volk van Thamoed zich verzamelde, de profeet Salih hen uitnodigde om Allah te aanbidden. Hij preekte tot hen en waarschuwde hen zich niet te verzetten tegen zijn oproep. Zij wezen naar een rots die dichtbij was en zeiden: "Als je een kamelin uit die rots kunt halen die er zus en zo uit ziet, dan zullen we in je uitnodiging geloven." Hij zei: "zul je heel zeker in mij geloven als ik jullie dat breng wat jullie willen?" Zij antwoordden: "Ja zeker." Dus maakte hij een overeenkomst met heb en bleef in zijn gebedsplaats om Allah te aanbidden en Hem te vragen hun verzoek in te willigen. Vervolgens beval Allah de rots te splijten en er verscheen een kamelin uit het midden die voldeed aan de beschrijving die voorheen vastgesteld was. Sommie van hen geloofden, maar de meesten volhardden in ongeloof en dwaalden in koppigheid. 

Over dit vers zei Allah Ta'ala: 
"...En Wij stuurden een kamelin naar de Thamoed als een duidelijk teken, maar zij deden haar onrecht aan" [Qs Al Isra 17:59] Zoals het vers zegt, verloochenden de meeste van hen de waarheid en volgden haar niet, hoewel hun verzoek ingewilligd werd. 

Over hen zei Allah Ta'ala: 
"Zij zeiden: 'Jij bent slechts één die behekst is! Jij bent niets anders dan een mens zoals wij. Geef ons dan een teken als je tot de waarachtigen hoort'" [Qs As Sjoe'ara 28:153-154] Zo daagden zij hem uit een wonder te volbrengen om de waarachtigheid van zijn bewering te bewijzen. 
"Hij zei: 'Hier is een kamelin; zij heeft het recht om (water) te drinken, en jullie hebben het recht om (water) te drinken, (ieder) op een dag die bekend is. Raak haar niet aan om haar te kwetsen, opdat jullie niet op de Grote Dag door de bestraffingen gegrepen worden.' " [Qs As Sjoe'ara 28:155-156] 

Dezelfde situatie wordt ergens anders in de Qur'aan belicht in het volgende vers: 
"... Voorwaar, er is tot jullie een duidelijk teken van jullie Heer gekomen. Deze kamelin van Allah is een teken voor jullie... " [Qs Al-Ar'af 7:73] Hier schrijft Profeet Salih de kamelin ttoe aan Allah als een vorm van eer, net zoals zoals men zegt 'het huis van Allah', als men het over een moskee heeft of de Ka'aba bijvoorbeeld. Laat haar grazen op Allahs aarde en kwets haar niet, anders zal een pijnlijke bestraffing jullie grijpen [Qs Al-Ar'af 7:73] 

Allah spreekt over het wonder van de kamelin in Surah Al- Qamar: 
"Waarlijk, wij sturen een kamelin als beproeving voor hen." [Qs Al-Qamar 54:27] om hen op de proef te stellen, of ze zullen geloven of in hun ontkenning volharden. Allah weet echter reeds van te voren hoe zij zich zullen gedragen. 

"...Observeer hen!" (O Salih) [Qs Al-Qamar 54:27] en zie wat hun gedrag zal zijn. "...en wees geduldig." (O Salih) [Qs Al-Qamar 54:27] ten opzichte van de schade die ze jou wilden berokkenen, want je zult getuige zijn van hun noodlot. 
"En vertel hen dat het water tussen (haar en) en verdeeld moet worden. Ieders recht om te drinken moet uitgevoerd worden" [Qs Al-Qamar 54:28] 

Een andere vers betreffende de kamelin is het volgende: 
"Hij zei: 'hier is een kamelin; zij heeft het recht om (water) te drinken, en jullie hebben het recht om ( water) te drinken, (ieder) op een dag die bekend is' " [Qs As-Sjoe'ara 28:155] 

De kamelin verbleef bij hen, grazend in hun land. Ze dronk op afwisselende dagen, een dag voor haar en een andere dag voor het volk. 
"...Dus smeden zij de hielpezen van de kamelin door en schaamteloos ontkenden zij het bevel van hun heer" [Qs Al-Ar'af 7:77] 

Na een lange tijd de adel van het volk van Thamoed zich verzamelde en akkoord ging de hielpees van de kameling door te snijden zich ervan te ontdoen en het water uit te sparen dat ze dronk. Hierover zei Allah Ta'ala: 
"...Dus smeden zij de hielpezen van de kamelin door en schaamteloos ontkenden zij het bevel van hun heer" [Qs Al-Ar'af 7:77] 

Ibn Jarir en andere Qur'aaninterpretatoren stelden vast, dat er twee vrouwen van de Thamoed waren, één heette Sadoeq en behoorde tot een rijke familie van adel. Ze was de vrouw van een man van de Aslamstam, maar scheidde van hem. vervolgens riep ze haar neef, wiens naam Masra was, en bood zichzelf aan hem aan onder voorwaarde dat hij de kamelin de hielpees zou doorsnijden. De andere vrouw van de Thamoed was een oudere, ongelovige vrouw die 'Oenaizah heette. Zij bood haar vier dochters aan de leider van haar stam wiens naam Qoedar bin Salif was aan. Zou hij de hielpees van de kamelin doorsnijden, dan kon hij één van haar dochters kiezen. 

Zo waren deze twee jonge mannen aangewezen om de opdracht uit te voeren. Daarna verspreiddn ze het plan onder hun volk, hetgeen tot resultaat had dat nog zeven mannen hen begeleidden in de onderneming, in totaal dus negen manne. Over hen zei Allah Ta'ala in de Qur'aan: 
"En er waren negen mannen in de stad, die in het land verderf zaaiden en die zich niet wensten te beteren" [Qs An-naml 27:48] 

Alle negen mannen gingen rond in hun stam om goedkeuring te krijgen voor het doorsnijden van de hielpees van de kamelin. Toen de mensen het goedkeurden, spoorden ze de kamelin op. Toen de kamelin terugkwam van de waterplaats, schoot Masra', die op de loer lag, met pijl en boog op haar en verwondde de poten. Qoedar slachtte haar daarna met zijn zwaard. Ze viel dood neer op de grond nadat ze een enkel geluid van waarschuwing uitte voor haar jong. Over dit voorval zegt Allah Ta'ala in de Qur'aan: 

"Dus smeden zij de hielpezen van de kamelin door en schaamteloos ontkenden zij het bevel van hun Heer en zeiden: 'O Salih! Breng je bedreigingen, als je waarlijk één van de boodschappers bent.' " [Qs Al-ar'af 7:77] 

Ergens anders wordt gezegd door Allah Ta'ala: 
"Maar zij riepen hun metgezel en hij nam (een zwaard) en sneed (haar) pezen door. Dan hoe (vreselijk) waren Mijn bestraffing en Mijn waarschuwingen" [Qs Al-Qamar 54:29-30] 

In Soerah As-Sjams vertelt Allah Ta'ala ons over dit voorval: 
"De meest verdorven man onder hen kwam naar voren. Maar de boodschapper van Allah zei tegen hen: 'Vrees de kwade afloop. Wees voorzichtig! Dit is de kamelin van Allah! En verhinder haar niet te drinken!' " [Qs As-Sjams 91:12-13] 

Dit is een waarschuwing voor hen het dier geen schande te berokkenen. 
"Toen verwierpen zij hem en doodden haar. Dus vernietigde hun Heer hen voor de zonde die zij begingen, en maakte hen met de grond gelijk. En hij vreest niet de gevolgen ervan" [Qs As-Sjams 91:14-15] 

In hun woorden combineerden zij diverse vormen van extreem ongeloof: 
Zij weerspraken het bevel van Allah en Zijn boodschapper door de kamelin, die als een teken gezonden was, de hielpees door te snijden. Dus haalden zij zich de bestraffing op de hals die in het volgende vers genoemd wordt: 
"...en kwets haar niet, anders zal een pijnlijke bestraffing jullie grijpen! In een ander vers werd de straf beschreven als de straf van de Grote Dag. In een derde vers in de Surah Al- Ar'af, vers 73, werd het beschreven als een afschuwelijke straf, en alle zeggen de waarheid. 

Zij haalden zich prompt de last van de bestraffing op de hals. Zij belogen hun boodschapper, hoewel hij hen alle bewijzen bracht die zijn uitnodiging ondersteunden, en hoewel zij de waarheid zeer goed kenden, ontkenden ze haar en gaven geen gehoor aan de waarschuwing dat ze gekweld zouden worden. 


De onvermijdelijke bestraffing van Allah overkomt hen 

Allah Ta'ala zei: 
"Maar zij sneden haar pezen door. Dus zei hij: 'Vermaak jullie jezelf maar in jullie huizen gedurende drie dagen. Dit is een belofte die jullie niet kunnen verloochenen.' " [Qs Hoed 11:65] 

Toen de kamelin op de grond viel, nadat Qoedar bin Salif, moge hij vervloekt zijn, haar de hielpees had doorgesneden, de rest van de negen mannen doorgingen met het in stukken snijden van het lichaam. Toen het jong dit zag, vluchtte het weg naar de top van een berg en maakte drie keer een geluid. Dus zei Salih tegen de ongelovigen in zijn volk, "
"Vermaak jullie jezelf maar in jullie huizen gedurende drie dagen," vandaag niet meegeteld. Weer geloofden ze zijn waarschuwing niet, integendeel, zij smeedden plannen om hem te vermoorden en zo zou zijn noodlot hetzelfde zijn als dat van de kamelin. 

Hierover zei Allah Ta'ala: 
"Zij zeiden: 'Zweer wederzijds bij Allah dat wij een geheime nachtelijke aanval op hem en zijn huishouding zullen plegen en daarna zullen wij zeker tegen zijn naaste verwanten zeggen: 'Wij waren geen getuigen van de vernietiging van zijn huishouden en waarlijk, wij vertellen de waarheid.' " [Qs Al-Naml 27:49] 

Over hun samenzwering zei Allah Ta'ala: 
"Dus smeden zij een plan en Wij hebben een plan gesmeed, terwijl zij het niet doorzagen. Zie dan hoe het einde van hun plan was! Waarlijk! Wij hebben hen vernietigd en hun natie, allen tezamen. Dit zijn hun huizen in absolute verval, want zij zondigden. Waarlijk, hierin is zeker een teken voor een volk dat weet. En Wij redden degenen die geloofden, en Allah vreesden en gehoorzaamden."[Qs Al-Naml 27:50-53] 

Allah zond daarom stenen naar de groep die van plan was de profeet Salih te vermoorden, die hen op het hoofd raakten en de oorzaak van hun vernietiging waren. Deze groep werd reeds voor de overblijvende groep van ongelovigen vernietigd. 

Op donderdagmorgen, de eerste dag van het uitstel, werd het volk van Thamoed wakker met een geelachtig kleur op hun gezicht, zoals Salih hen voorspeld had. Toen de nacht aanbrak, herinnerden zij erlkaar eraan, dat reeds een dag van de gestelde tijdslimiet voorbij was. Op vrijdagmorgen, de tweede dag van het uitstel, werden ze wakker met een roodachtige kleur op hun gezicht. 's Avonds herinnerden zij elkaar weer eraan, dat de tweede dag van het gestelde tijdslimiet voorbij was. Op zaterdagmorgen, de derde dag van het uitstel, werden ze wakker met zwarte gezichten. Toen de nacht aanbrak, riepen ze uit: "Het uitstel is voorbij!". 

Op zondagmorgen bereidden zij zichzelf voor op de dood en wachtten op de dreigende bestraffing, terwijl ze niet wisten aan welk soort kwelling zij blootgesteld zouden worden en wanneer de tijd zou aanbreken. Toen de zon opkwam, stak een hevige rukwind op en de aarde beefde onder hen. Zo gaven zielen zich aan de dood over en levens verlieten hun lichamen, alle beweging hield op, en geen stem werd meer gehoord. Alle mensen kregen levenloze lichamen. Allah beschrijft hun toestand als volgt: 
"Alsof zij nooit geleefd hadden. Geen twijfel! Waarlijk, de Thamoed geloofden niet in hun Heer. Weg dus met de Thamoed" [Qs Hoed 11:68] 

De Qur'aan beschrijft de houding van Salih na de vernietiging van zijn volk aldus: 
"Toen keerde Salih zich van hen af en zei: 'O, mijn volk! Ik heb zeker de boodschap van mijn Heer aan jullie verkondigd en heb jullie een goed advies gegeven, maar jullie houden niet van goede adviseurs' " [Qs Al-Ar'af 7:79] 

Na de vernietiging sprak Salih tot de dode lichamen, terwijl hij het land verliet: 
"O, mijn volk! Ik heb zeker de boodschap van mijn Heer aan jullie verkondigd en heb jullie een goed advies gegeven... "[Qs Al-Ar'af 7:79] Hier vertelt de profeet Salih hen hoe hij zich alle moeite had getroost om hen in woord en daad te leiden. "maar jullie houden niet van goede adviseurs" [Qs Al-Ar'af 7:79] Jullie binnenste accepteerde de waarheid niet en kon er niet mee omgaan. Zo leidden jullie jezelf naar dat dramatische einde, hetgeen een eeuwige kwelling wordt. 

De Profeet Mohammed saw sprak tegen de polytheïsten die gedood werden in Qalib Bard, drie dagen na de veldslag van Bard, toen hij op zijn rijdier zat en het legen bevel gaf naar huis te gaan in de laatste uren van de nacht. Hij zei tegen hen: 'O volk van Qalib, hebben jullie werkelijk gekregen wat mijn Heer jullie beloofd had... Wat waren jullie een slechte stam tegenover jullie profeet! Jullie verloochenden mij, terwijl andere mensen in mij geloofden, jullie verdreven me, terwijl andere mensen mij onderdak verschaften, jullie vochten tegen mij, terwijl ander mensen mij ondersteunden. Wat waren jullie een slechte stam tegenover jullie profeet!' 'Oemar bin Al-Khatab zei tegen hem: "Praat jij tegen dode lichamen" Hij antwoordde: "Bij Degene in Wiens hand mijn ziel is, jij hoort mijn woorden niet duidelijker dan zij, maar zij kunnen niet antwoorden." 

Imam Ahmad heeft op gezag van Abdoellah bin Oemar overgeleverd dat in het jaar van Taboek, toen de Boodschapper van Allah saw voorbij de vallei van Hidjr kwam in hetland dat door de Thamoed bewoond werd, hij zei: "Ga dit land niet binnen zonder dat je huilt. Als je niet kunt huilen, betreed het dan niet, anders zou je wel eens kunnen overkomen wat hen overkomen is." 

En Allah weet het, het best! 

Ibn Kathir

Wat vinden jullie van dit verhaal?

Rating: 2.928125 sterren
320 stemmen

Maak jouw eigen website met JouwWeb