het verhaal van de profeten dawoed en jahja
|
Zakariya’s gebed om een rechtvaardige zoon Een andere manier waarop Allah Zijn dienaren zegent, en een teken van Zijn alomvattende macht openbaart, kan je vinden in het gebed van Zakariya. Zakariya bad om een zoon, die rechtvaardig zou zijn, Allah zou behagen, plichtsgetrouw en Godvrezend. Hij zou zijn erfgenaam zijn in de lijn van Ja’qoeb, de grote familie van profeten, die de mensen uitnodigden om Allah te aanbidden. Toen Zakariya om een zoon bad, was hij al zo oud, dat zijn botten zwak waren en zijn haren grijs. Hij had de hoop verloren, dat zijn vrouw nog een kind zou dragen. Toch verhoorde Allah zijn gebed. Hij gaf hem een rechtgeleide zoon. Toen dit kind nog jong was, gaf Allah hem uitmuntendheid, wijsheid, verdraagzaamheid en kennis, en hij gaf aan hem het Boek. De jongen was gezegend met medeleven, rechtvaardigheid, taqwa (vroomheid) en gehoorzaamheid jegens zijn ouders. Uit zijn meelevendheid vloeiden de deugden van vriendelijkheid, aardigheid en nederigheid voort. Allah verstrekte Zakariya;s hart, en liet hem een teken van zijn oneindige macht zien. Allah kan doen wat Hij wil en scheppen wat Hij wil. Allah liet Zakariya zien, hoe Hij kan doen in Zijn schepping. Zakariya begreep, dat Allah mogelijk kan maken wat Hij wil. Alles wat er bestaat, valt onder Zijn bevel: Hij brengt de levenden uit de doden voort en de doden uit de levenden, en voorziet voor wie Hij wil zonder afrekening. De eed van ‘Imrans vrouwDe vrouw van ‘Imran was familie van de profeet Zakariya. Zij was een rechtvaardige vrouw, die van Allah en Zijn ware godsdienst hield. Ze had een eed gezworen, dat als ze een jongen ter wereld zou brengen, zij dit kind aan Allah zou schenken, om Zijn godsdienst te dienen. Ze vroeg Allah dit kind te accepteren, om Zijn godsdienst en Zijn dienaren door hem te helpen, en om hem tot één van de rechtvaardige imams te maken, die de mensen oproepen tot Allah. Ze zei: ‘Mijn Heer, ik heb een meisje ter wereld gebracht’Deze rechtschapen vrouw wilde iets, maar Allah wilde iets anders. Allah weet het beste, wat het beste is voor Zijn dienaren. Ze bracht een meisje ter wereld. Ze was verdrietig en teleurgesteld. Maar dit meisje was niet zoals andere meisjes. Ze was sterker in aanbidding en was ijveriger in daden van aanbidding en goede daden, dan menig jongen. Toen Allah met de wijsheid, die alleen Hij kent, bepaalde dat het kind een meisje moest zijn, bepaalde Hij ook, dat ze de moeder van een rechtschapen, belangrijke profeet zou worden. Want de taak van het profeetschap wordt alleen door mannen gedragen. Toen de vrouw van Imraan zei: "Ik draag aan U op wat in mijn schoot is, dat het vrij zal zijn om U te dienen. Aanvaard het van mij. U bent Alhorend, Alwetend." Maar toen ze haar ter wereld bracht, zei zij: ‘Mijn Heer, ik ben verlost van een meisje.’ Allah wist beter wat ze ter wereld had gebracht. De man is niet gelijk aan de vrouw. ‘En ik heb haar Marjam genoemd, en ik heb haar aan U toevertrouwd, om haar en haar kinderen te bescherm tegen de vervloekte Satan.’ (3:35-36) Allahs zorg om het rechtschapen meisjeHet meisje werd onder hoede van Zakariya gesteld, vanwege de familieband. Ze stond ook onder de hoede van Allah, Die haar, zoals Zakariya zag, fruit gaf van buiten het seizoen en buiten hun grondgebied. Haar Heer nam haar met welbehagen aan en deed haar goed opgroeien. Hij vertrouwde haar toe aan Zakariya. Telkens wanneer Zakariya bij haar in de kamer kwam, vond hij voedsel bij haar. Hij vroeg: ‘O Marjam, waar hebt gij dit vandaan?’ Zij antwoordde: ‘Het komt van Allah. Allah geeft volop aan wie Hij wil.’ (3:37) Een ingeving van de Barmhartige Heer Zo openbaarde Allah aan Zakariya, één van de profeten en een wijs en intelligent man, dat Degene, die fruit van buiten het seizoen kan geven aan een rechtschapen meisje, ook wel een kind kan geven aan een oude man, ver in jaren. Zelfs als hij de hoop opgegeven had, wegens zijn hoge ouderdom en de onvruchtbaarheid van zijn vrouw. Zakariya’s wens en hoop kregen weer nieuw leven. Zijn geest steeg, en zijn vertrouwen in zijn Heer was sterk. Zijn tong bracht lofprijzingen voort, die de engelen bewaarden, en die de genade van Allah in beweging brachten. Dat was een ingeving van de Barmhartige Heer, en iets wat bepaald was, door de Almachtige, de Alwetende. Toen bad Zakariya tot zijn Heer: ‘Mijn Heer, geef mij een goede nakomelingen; voorzeker U verhoort het gebed.’ (3:38) Het goede nieuws van een zoon Allah verhoorde zijn gebed en stuurde hem het goede nieuws van een rechtschapen zoon. De mens is haastig geschapen. Zakariya vroeg om een teken van deze grootste gebeurtenis, en hoe gauw het zou gebeuren. Hij zei: ‘Heer, geef mij een teken.’ Hij antwoordde: ‘Uw teken zal zijn, dat je drie dagen niet tot de mensen zult spreken, behalve door gebaren. Denk vaak aan je Heer en prijs Hem in de avond en in de morgen.’ (3:41) Allah kan de sprekende tong stom maken, zodat hij geen woord kan uitbrengen. Hij kan Zijn schepsels zegenen met wat Hij wil, en welk bezit Hij wil. De tekenen van Allah en Zijn macht De tekenen van Allah en Zijn macht werden duidelijk door het lichaam van Zakariya, zijn gezin en familie. Jahja werd geboren. Hij bracht Zakariya in verruking, hielp hem en hield zijn missie levend. De Qor’aan zegt: En Zakariya, toen hij tot zijn Heer bad: ‘O mijn Heer, laat mij niet alleen. U bent de beste der erfgenamen.’ Wij verhoorden zijn gebed en beloofden hem Jahja, en Wij maakten zijn vrouw geschikt om een kind te krijgen. Zij wedijverden met elkaar in goede werken en zij riepen Ons in hoop en vrees aan. Zij waren nederig voor Ons. (21:89-90)Jahja neemt de taak van het profeetschap op zich Jahja was een schat voor zijn ouders en een opvolger van zijn edele vader. Hij nam de taak van het profeetschap op zich, om uit te nodigen tot Allah en de zuivere godsdienst. Hij had een grote passie voor kennis, toen hij nog maar een jongen was. Hij was begiftigd met rechtschapenheid en taqwa, zelfs als een jonge man. Hij overtrof zijn kameraden in liefde, meelevendheid, en gehoorzaamheid aan zijn ouders, zodat de mensen hem altijd aanwezen. Allah zegt, als hij over hem spreekt: ‘O Jahja, houd je krachtig aan het Boek.’ Wij schonken hem wijsheid, terwijl hij nog een kind was. En zachtmoedigheid van Ons en reinheid. En hij was vroom, vriendelijk en goed voor zijn ouders. En Hij was trots noch opstandig. Vrede zij met hem op de dag dat hij geboren was, de dag dat hij stierf, en de dag dat hij weer tot leven zal worden opgewekt!’ (19:12-15) |
Wat vinden jullie van dit verhaal?
Maak jouw eigen website met JouwWeb